[vc_row][vc_column][vc_column_text]
Als ’t leven gebeurt
Veel mensen zien trauma, verdriet, moeilijkheden, struggles als iets wat je overkomt. Dat heb je niet altijd in de hand. Het leven gebeurt.
De manier waarop we ermee omgaan, ligt in onze eigen handen. Dat is waar coping over gaat. Coping gaat over hoe je moeilijkheden, rampen, ziekte of trauma aangaat. Hoe je reageert als het leven moeilijk wordt.
Het leven gebeurt, de dood gebeurt. Soms kort op elkaar, soms wat langere tijd ertussen. Gedurende het leven hebben we allemaal onze eigen coping bronnen ontwikkeld, en we ontwikkelen ook steeds weer nieuwe gedurende ons leven. Weet dat alle copingstijlen kunnen worden getraind.
We kennen verschillende copingstrategien : praktische coping en emotionele coping. Met praktische coping ga je op zoek naar de oorzaak van ’t probleem en je probeert die praktisch op te lossen. Als dat niet lukt, kun je overschakelen op emotionele coping: de emoties die ’t in je losmaakt proberen te hanteren. Binnen beide stijlen kennen we gezonde en ongezonde copingstijlen.
Coping met geloof / religie / zingeving
Geloof in God, in iets hogers, het universum, de bron, in je omgeving, in jezelf. Bidden geeft steun, vertrouwen en hoop. Een geloof hebben kan ons bekrachtigen in het pad dat we gaan. We vinden dan steun bij God, bij medegelovigen, bij het zingen van psalmen, het lezen van bemoedigende teksten of het bidden voor elkaar. Zingeving vinden in dat wat gebeurt.
Coping met emoties
Liefde en boosheid, angst en moed, verdriet en vreugde, jaloezie en compassie. We kennen ze allemaal, en in lastige situaties gaat het vaak alle kanten op. Het herkennen van gevoelens en ze benoemen is een copingvaardigheid. Daarna volgt het uitdrukken ervan: je verhaal vertellen of opschrijven, of uiten via spel, dans, kunst, schilderen, kleuren, musiceren. Je verhaal aanvaarden en er iets goeds mee doen voor jezelf en anderen, er veerkracht in vinden.
Coping met relaties
Interactie met anderen zoeken is ook een copingvaardigheid. Steun geven en ontvangen van familie, vrienden, therapeuten. Dit helpt ons bij het nemen van verantwoordelijkheid en in je kracht blijven staan. Daarna kan ook een grotere cirkel ontstaan: je verhaal delen met vreemden, onbekenden, grote communities om zo anderen te helpen en te inspireren.
Coping met je voorstellingsvermogen
Je iets positiefs kunnen voorstellen, of aan iets positiefs denken terwijl het in of rondom je heen stormt. Ook: oplossingen zoeken in je fantasie via dromen en je intuïtie. Daardoor groei je in flexibiliteit, veranderingsvermogen en oplossingen vinden voor je situatie. Het helpt je om nieuwe manieren van omgaan te vinden, om nieuwe wegen te zoeken en om ongewenste omstandigheden te veranderen.
Coping met je mentaal/cognitieve vermogen
Coping berust ook op het vermogen om logisch en rationeel te denken, om rustig na te denken over je beste volgende stap, om risico’s in te schatten, om te leren, vooruit te kijken en te anticiperen, nieuwe strategieën ontwikkelen en te analyseren en bij het activeren van je probleemoplossend vermogen. Afleiding zoeken, even een boek lezen, een ommetje maken, een vriend bellen zijn ook helpende stijlen.
Coping met je fysieke bewustzijn
Dit gaat over onze zintuigen, wat we zien, horen, voelen, proeven en ruiken. Over het opmerken, herkennen en benoemen van lichamelijke sensaties zoals een brok in je keel, een knop in je maag, hartslag, lichaamstemperatuur, spierspanning. Ook gaat het om in beweging komen: een poging doen, je kracht gebruiken, actief zijn, ’t doen, fysieke moeilijkheden en uitdagingen aangaan, de realiteit aangaan, en ook om interactie met de natuur (tot rust komen bij een boom, aan een water, aan zee, in het bos, letten op de symbolen die vanuit de natuur tot je komen en hieruit kracht en inspiratie opdoen).
Meestal gebruiken we meerdere copingstijlen. Hoe meer je tot je beschikking hebt, hoe beter je in staat bent op een constructieve manier om te gaan met moeilijkheden, trauma of life-events.
Ongezonde copingstrategien zijn bijvoorbeeld: vluchten in een verslaving (roken, drinken, sex, gokken, eten, sport, koopgedrag). Ruzie maken, dingen kapot maken, anderen of je lichaam beschadigen, je blijvend isoleren, blijven ontkennen, teveel rationaliseren, dramatiseren etc. Als je iemand of jezelf dit ziet doen, weet dan dat het slechts gaat om een ongezonde coping (ze leerden geen andere manier) , en dat nieuwe copingstijlen altijd aangeleerd kunnen worden.
Een onderzoek naar hoe zorgprofessionals daarmee omgaan wijst uit:
- Zichzelf terugtrekken / sociale isolatie
- Sportieve activiteiten ondernemen
- Praten met familie/vrienden
- Afleiding zoeken met een boek of voor de tv
- Slapen
- Muziek luisteren
- Afleiding zoeken in alcohol, snoepen, roken, of (ongezond) eten
- Roddelen over anderen (en dus eigenlijk steun zoeken)
Welke copingstrategie pas jij voor jezelf toe? Herken je jezelf in het terugtrekken of het gaan sporten? Zoek je afleiding? Pak je een glaasje alcohol of ongezond eten? En helpt dat? Wat helpt jou bij stress?
Als het geen verstandige copingstrategie is, hoe zou je dat dan kunnen veranderen?
[/vc_column_text][/vc_column][/vc_row]