[vc_row][vc_column][vc_column_text]
Grenzen
Zorgprofessionals en mensen in dienstverlenende beroepen zijn over het algemeen geneigd om het welzijn van vrienden en familie boven dat van henzelf te stellen. Geldt dat ook voor jou? Natuurlijk is het belangrijk om tijd en aandacht en zorg aan anderen te geven, maar als je teveel van jezelf geeft, kun je daar op den en duur een vervelend gevoel aan overhouden. Dan is de balans zoek.
Hoe zit het met jouw grenzen? Voel je je oké in de relaties die je hebt? Zijn ze in balans? Zo nee, waar zit de disbalans dan in? Hoe help je mensen in je prive-omgeving die het moeilijk hebben? Heb je ook aandacht voor jezelf als jij zelf het moeilijk hebt?
Besef dat als je steeds de problemen of zorgen van een ander probeert op te lossen, te verhelpen of over te nemen, dat je hem/haar daar feitelijk niet mee helpt. Je steunt beter als je hem/haar helpt met het vinden van zijn/haar eigen oplossingen. Luisteren, steunen, aanhoren, begrip tonen, vragen stellen, dat is vaak meer helpend dan iets voor iemand oplossen.
Voel je niet schuldig als het op dit moment wel goed met jou gaat, en met je gesprekspartner niet Deel de last. Maak een schema met alle mensen die hem/haar willen helpen. Sommigen kunnen eten brengen, het huishouden of boodschappen doen, anderen kunnen meegaan naar het ziekenhuis of even langskomen voor een praatje.
Zorg dat de ander weet dat je aan hem/haar denkt, ook als je er niet bent. Hou contact via whatsapp, kaartjes, sms-jes of voiceberichtjes, en geef aan dat je geen antwoord verwacht, maar dat je wilt laten weten dat je aan hem/haar denkt.
Luister naar de ander: goed luisteren houdt in: laat hem/haar vertellen, stel vragen om hem/haar nog beter te begrijpen, niet onderbreken, geen adviezen geven, niet over je eigen sores praten.
Grenzen voel je
Assertief zijn = je grenzen aangeven en ook beschermen. Want het hebben van grenzen is één ding. Het beschermen van je grenzen is vaak een uitdaging. Vaker dan we willen overschrijden we onze eigen grenzen, of laten we anderen onze grenzen overschrijden. Wanneer dat gebeurt, voelt het niet goed. Mentaal niet, emotioneel niet, en ook fysiek niet. Dan gaat je lichaam spreken: van kleine spanningen in je schouders en nek tot een venijnige buikpijn wanneer iemand ver over je grenzen heengaat.
Zou je het aangeven van grenzen beter onder de knie willen krijgen?
In welke situaties raak je gemakkelijk aan je persoonlijke grens?
Wanneer ga jij of iemand anders er overheen?
Laat je je verleiden tot nóg meer werk, terwijl je agenda vol zit?
Waarom is het belangrijk om grenzen aan te geven?
Onze grenzen hebben te maken met een gevoel van veiligheid. Je gemoedsrust, je balans of je gevoel van waarde is niet veilig als er regelmatig geen rekening met jou wordt gehouden. Als mensen dingen doen of zeggen die jou raken, kwetsen, beledigen, of niet goed voor je zijn. Natuurlijk blijf je in een ideale wereld ook bij tactloze mensen in balans en je eigenwaarde behouden, maar we zijn nu eenmaal mensen en dus kwetsbaar, ook innerlijk. Als iemand jouw grenzen respecteert, voelt dat veilig. Let maar eens op hoe je je meer ontspant bij een sensitief persoon en hoe je alert bent bij een dominant of lomp persoon. Je geeft dus je grenzen aan om te zorgen dat mensen rekening houden met jouw gevoelens, wensen en behoeften, zodat je je (emotioneel) veilig voelt. En dat is een basisbehoefte. We komen later in Dit Lieve Lijf op je basisbehoeften terug.
Je grenzen kennen
Je begint bij het begin; je grenzen kennen en herkennen. Soms is meteen duidelijk dat iemand je grens overgaat. Iedereen zal dat gevoel herkennen als hij wordt uitgescholden of belazerd. Maar vaak is het subtieler. Daardoor kennen we lang niet altijd onze grenzen goed genoeg. Je leert je grenzen beter kennen door ze te leren voelen. Hoe sneller je merkt dat iets wat gedaan of gezegd wordt onprettig voelt, des te duidelijker het beeld wordt van jouw grenzen. Gevoelens manifesteren zich niet in je hoofd, maar in je lijf, vooral in je romp: bij je hartstreek, buik of schouders. Maar ook in andere lichaamsdelen kun je emoties voelen. Denk maar aan uitdrukkingen als: met samengeknepen billen, mijn hart brak, een steen op mijn maag. Om je grenzen beter te voelen, moet je dus beter je lichaam leren voelen. Dat leer je door er een gewoonte van te maken meer je aandacht bij lichaam te brengen. Mindfulness kan daarbij helpen.
Je grenzen aangeven
Als je je grenzen kent, kun je ze ook aangeven. Zolang je ze niet aangeeft, zullen mensen er overheen blijven gaan, uit botheid, ongevoeligheid of uit onwetendheid. Niet iedereen die je grenzen overgaat, is onverschillig, er zijn mensen die zich kapot schrikken als ze merken dat ze je gekwetst hebben. Misschien heb je het zelf andersom wel eens meegemaakt. Hoe dan ook: het is beter voor jezelf en je contact met anderen als je wel je grenzen aangeeft. Maar hoe doe je dat dan? Dit hangt ook af van de ander. Is zij gevoelig of heeft hij doorgaans een plank voor zijn hoofd? Tegen de een moet je je steviger uiten dan tegen de ander. Meestal voel je dit wel aan. Zo niet, dan doe je het de eerste keer met een rustige toon. Zie je dat je boodschap niet aankomt, dan herhaal je jezelf krachtiger.
Vind je het eng of moeilijk?
Ben je ergens bang voor? Zo ja, waarvoor dan? Of: wat vind je dan moeilijk? Waarom vind je het moeilijk? De oorzaak is eigenlijk altijd: angst voor de gevolgen. Angst voor de reactie van de ander. Misschien is de ander gekwetst, misschien wordt hij boos of heeft het gevolgen voor jullie verdere contact. Dat is allemaal begrijpelijk, maar dan nog is het belangrijk dat je je grenzen aangeeft.
7 tips als mensen je grens over gaan
- Zeg ook als je het moeilijk vindt iets. Al is het maar: ik vind dit niet leuk, ik vind het niet prettig. En hoe het ook ging, wees trots op jezelf dat je iets gezegd hebt. Oefening baart kunst.
- Als je het erg eng vindt, kun je een krachtige houding aannemen. Ga stevig staan met je benen iets uit elkaar en je schouders naar achter en borst naar voren. Op deze manier maakt je lichaam (na een minuut of vijf) meer testosteron aan, waardoor je je sterker voelt.
- Ga niet te snel uit van slechte intenties van de ander, mensen zijn in het algemeen niet tegen jou. Ze zijn bezig met zichzelf en vergeten jouw belang of gevoelens. Als je dit bedenkt, is het makkelijker om je grenzen aan te geven, zonder boosheid of angst.
- Ga niet je grenzen aangeven als je nog boos bent. Als je boos bent, schiet de ander bijna automatisch in de verdediging of in zijn schulp. Dat helpt niet. Laat je boosheid eerst even zakken. Natuurlijk kan boosheid in sommige situaties ook juist goed zijn, dan is het nodig om gehoord te worden. Dus boosheid is echt prima als het iets om ernstige of gevaarlijke dingen gaat, of als je al vaker rustig je grenzen hebt aangegeven en dit niet helpt.
- Hou het doel voor ogen: je wil dat ander jouw grenzen respecteert, je doel is niet om de relatie te beschadigen.
- Als de ander niet goed reageert, geef hem dan tijd. Ga je grenzen niet relativeren, ga niet goedpraten wat je eerder zei, daar is geen reden voor. De ander mag emotioneel zijn, boos of gekwetst of verdrietig. Als de emoties wat gezakt zijn, kunnen jullie verder praten.
- Realiseer je dat als je op een respectvolle manier je grenzen aangeeft, je niets te verliezen hebt. Als de ander boos of gekwetst blijft, ligt dat bij de ander. Je kunt de ander vragen wat dan precies zo raakt om in gesprek te blijven. Sluit de ander zich blijvend af voor jou of is die niet voor rede vatbaar (defensief of boos), laat dit je dan niet afschrikken in de toekomst. Blijf, ook bij deze persoon, je grenzen aangeven. Je zult merken dat het je een beter gevoel geeft en het je relaties verbetert.
[/vc_column_text][/vc_column][/vc_row]